ECVO

KLIK HIER voor de lijst ECVO specialisten in Nederland.

Bij de hond komen verschillende, erfelijke oogafwijkingen voor, onder andere:

  • Retinadegeneratie of Progressieve Retina Atrofie (PRA): een groep van erfelijke netvliesafwijkingen die bij veel rassen voorkomt en in het eindstadium tot blindheid leidt.
  • Cataract (congenitaal): aangeboren grauwe staar.
  • Retina Dysplasie (RD): aangeboren netvliesafwijking.
  • Collie Eye Anomalie: aangeboren afwijking van het netvlies, het vaatvlies en de oogzenuw.
  • Ligamentum pectinatum abnormaliteit (Goniodysplasie): aangeboren afwijking van de afvoer van het oogvocht. Een deel van de honden met deze afwijking ontwikkelt hoge oogdruk (glaucoom)
  • Entropion: afwijking waarbij een ooglid (meestal het onderooglid) naar binnen draait.
  • Distichiasis: abnormale haargroei in o.a. de ooglidrand, waardoor het oog kan beschadigen.
  • Cataract (niet-congenitaal): Staar. In de lens zijn troebelingen aanwezig. Cataract kan aan één oog of aan beide ogen voorkomen. Onderscheid met de bekende blauwe waas bij oudere honden (een normaal verouderingsproces) is meestal goed te maken.
  • Lensluxatie: loslaten van de lens. Dit kan een drukverhoging (glaucoom) in het oog veroorzaken en zo tot blindheid leiden.
  • Microphtalmie: afwijking met te kleine, onderontwikkelde oogbollen.
  • Cornea Dystrofie: troebel hoornvlies, meestal centraal op het hoornvlies.

Volgens het fokreglement van de Nippon Inu moeten ouderdieren onderzocht zijn op klinische verschijnselen van erfelijke oogafwijkingen middels het ECVO-oogonderzoek.
Niet iedere dierenarts mag dit onderzoek uitvoeren. De dierenarts die het klinisch onderzoek uitvoert, moet deel uitmaken van het (Nederlandse) ECVO-panel. Hij voert het onderzoek uit volgens een vast protocol. Op basis van het onderzoek stelt hij het resultaat vast.