ALGEMENE VERSCHIJNING:
Gemiddeld formaat hond met goed gebalanceerde, ontwikkelde en droge bespiering. De hond heeft rechtopstaande oren en een gekrulde of sikkelstaart. De constitutie is sterk met goed bone en compact.

BELANGRIJKE VERHOUDING:
De verhouding schofthoogte tot lengte van het lichaam is 10 :11.

GEDRAG EN TEMPERAMENT:
Hond met vermeldingswaardig uithoudingsvermogen, intelligent met een aangeboren intuïtie, energiek en zeer alert, een enthousiaste jager, volgzaam naar zijn baas. 

HOOFD:
SCHEDELGEDEELTE :
Schedel: Breed voorhoofd.
Stop: Ondiep maar gedefinieerd.
AANGEZICHT:
Neus: Zwart. 
Snuit: Redelijk lang en wigvormig. Neusbrug is recht.
Lippen: Strak.
Kaken/Tanden: Sterk met schaargebit.
Wangen: Goed ontwikkeld.
Ogen: Bijna driehoekig, niet te klein en donkerbruin van kleur. De buitenste ooghoeken licht omhooglopend
Oren: Klein, driehoekig, iets naar voren hellend, en stevig rechtopstaand.

NEK:
Dik en gespierd.

LICHAAM:
Schoft: Hoog, goed ontwikkeld.
Rug: Recht en kort.
Lendenen : Breed en gespierd.
Borst: Diep, ribben goed gewelfd.
Buik: Licht opgetrokken.

STAART:
Hoog aangezet, dik, krachtig gekruld gedragen of gebogen als een sikkel over de rug, de punt rijkt bijna tot de spronggewrichten als deze naar beneden hangt.

LEDEMATEN:
VOORHAND:
Schouders: Matig hellend met goed ontwikkelde spieren. 
Bovenarm: Vormt matige hoek met het schouderblad.
Ellebogen: Dicht tegen het lichaam geplaatst.
Voorbenen: Recht en droog.
Voormiddenvoet: Iets schuin oplopend.
Polsen: Licht geheld.
ACHTERHAND:
Krachtig met goed ontwikkelde spieren.
Hakken: Matig gehoekt en zeer sterk.
Voeten: Tenen goed opgebogen en stevig gesloten. Pads zijn dik en elastisch. Nagels sterk en zwart of donker van kleur.

GANG EN BEWEGING:
Veerkrachtig en licht. De actie is vlug en uitdraaien is mogelijk.

VACHT:
Haar: Bovenvacht is hard en recht, ondervacht is zacht en dicht. Het haar op de staart is redelijk lang.
Kleur: Sesam (Gelijke mix van zwarte,rode en witte haren in het geheel), rood en black and tan.

MAAT:
Schofthoogte: Reuen 52 cm, teven 49 cm. Er is een tolerantie van 3 cm kleiner of groter.

FOUTEN:
Elke afwijking van de voorgaande punten moet als een fout worden beschouwd en de beoordeling van de ernst van de fout moet in verhouding staan tot de mate waarin de fout zich voordoet en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van de hond.

• Gebrek aan eigenschappen die reuen en teven van elkaar onderscheiden.
• Lichte ondervoor- of bovenvoorbeet.
• Lang haar.
• Schuwheid.
• Pinto kleur.

DISKWALIFICERENDE FOUTEN:

• Agressief of overmatig shuw.
• Duidelijke fysieke afwijkingen of gedragsproblemen.
• Extreme ondervoor- of bovenvoorbeet.
• Niet staande oren.
• Hangende staart, korte staart.

OPMERKINGEN:

• Reuen moeten twee normaal ontwikkelde testikels hebben die volledig in het scrotum zijn ingedaald.
• Alleen functionele en klinisch gezonde honden, met rastypische eigenschappen, mogen gebruikt worden om mee te fokken.

Nederlandse vertaling van Engelse standaard: Irma Jansen

De Shikoku (in het Japans ook wel Shikoku Ken of Kochi ken genoemd) komt oorspronkelijk van het bergachtige “Shikoku Island”, de kleinste van de 4 Japanse hoofdeilanden. Oorspronkelijk werden ze Tosa Ken genoemd, maar dit is later veranderd in Shikoku Ken om geen verwarring te scheppen met een ander ras: de Tosa Inu (die als vechthond gebruikt werd).

Na de eerste wereld oorlog werd het door een economische teruggang te moeilijk om een hond te onderhouden, tevens zijn er tijdens die oorlog vele honden gesneuveld. In 1928 werd Nihon Ken Hozonkai (NIPPO) opgericht, de vereniging voor behoud van de inheems Japanse rassen. NIPPO heeft ervoor gezorgd dat de Shikoku in 1937 werd verklaard tot “levend nationaal monument”. De Shikoku werd gebruikt als basis van de NIPPO standaard voor alle Japanse rassen die tot het spits-type behoren.

Vanaf de opbouw van de Shikoku werden 4 verschillende lijnen ontwikkeld. De Hata-lijn, de Hongawa-lijn, de Awa-lijn en de Uwajima-lijn, allemaal vernoemd naar het sub-gebied op Shikoku Island, waar de lijnen van afkomstig zijn. De Hata- en Uwajima-lijn zijn samengesmolten tot de Hata-lijn, omdat deze niet van elkaar te onderscheiden waren. De Awa-lijn verdween door onder andere de Tweede Wereldoorlog en het gebrek aan kwalitatief goede exemplaren. De moderne Shikoku stamt voornamelijk af van de Hata- en Hongawa-lijnen.

De Hongawa-lijn wordt gekenmerkt door hun lichte voortbeweging, lange sterke ledematen met uitstekende hoekingen, goede ooraanzet, correcte oogkleur en een hardere bovenvacht.
Een (in Japan) zeer bekende Hongawalijn van de Shikoku is Choushun-Gou (de bovenste foto). Geboren in 1934 en NIPPO winnaar in 1941. Hij vormde de basis voor de Hongawa lijn tezamen met Kisu-Gou (de middelste foto) en Kuma-Gou (de onderste)

De Hata-lijn wordt gekenmerkt door hun zwaardere voortbeweging, bredere bouw, kleinere oren, dikker en langere vacht, bredere schedel.

Voor de Hata lijn werd als basis genomen de (in Japan) beroemde Goma-Gou (bovenste foto), geboren in 1934 en NIPPO winnaar in 1940. De tweede in de foto is Matsu-Gou, ook een bekende Hata-lijn Shikoku die mee heeft gewerkt aan de vorming van deze Hata-lijn.

Uiteindelijk had de Hongawa-lijn de meeste invloed op de Shikoku zoals we die het meest zien in Japan. We zien nu met name veel mixen tussen de 2 lijnen, echter er zijn nog steeds fokkers in Japan die een keuze hebben gemaakt tussen de 2 types en enkel dat type fokken.

Naast deze showlijnen bestaan ook nog steeds de jachtlijnen. Deze zijn minder mooi in uiterlijk, hebben vaak een niet correct urajiro en geen krulstaart zoals de showlijnen maar zijn ontzettend goed om in te zetten voor de jacht. Voor zover bekend komt de jachtlijn niet voor buiten Japan.

Karakter
De Shikoku heeft meer “will to please” naar zijn baas toe dan de andere Japanse rassen. Echter, het is nog steeds een onafhankelijke denker en zal daardoor niet altijd luisteren naar commando’s. Ze zijn alert en hebben een sterke jachtdrift. Alhoewel buitenshuis zeer actief, zijn ze binnenshuis opvallend rustig. Ze houden er van in de buurt van de baas te zijn, zijn gek op knuffelen maar absoluut geen schoothonden. Wanneer ze iets gedaan willen krijgen, denk aan water, eten of een wandeling, dan proberen ze te communiceren met de baas. Als ze geaaid willen worden zullen ze ook dat duidelijk maken… Over het algemeen zijn ze vriendelijk naar (onbekende) mensen toe, maar kunnen zich gereserveerd opstellen. Bij twijfel kunnen ze wel blaffen. 

Lichaamsbeweging
De Shikoku heeft voldoende bewegingsruimte nodig om zijn energie kwijt te kunnen. Een tuin is daarom aan te raden aangezien los lopen niet raadzaam is, gelet op zijn jachtkarakter. Zo kunnen ze toch aan de tijd komen om zich af en toe uit te leven, wat uiteraard noodzakelijk is voor de ontwikkeling en gezondheid. Drie tot vier keer per dag goed uitlaten is voldoende. Af en toe een korte wandeling is prima, maar als een korte wandeling te vaak voorkomt zal de Shikoku zeker aangeven dat hij nog niet uitgewandeld is. Veel beweging is geen probleem voor het ras, de Shikoku past bij actieve mensen die veel wandelen, trektochten maken etc. De shikoku zal niet zomaar ergens zijn grote boodschap doen, het plekje wordt nauwkeurig geselecteerd en moet voldoende privacy bevatten. Midden in de stad kan dat problematisch zijn.

Alleen thuis zijn
De Shikoku kan op volwassen leeftijd prima alleen thuis zijn, alleen niet te vaak. Het is een ras die de aandacht van de baas nodig heeft en is het gelukkigst met zijn baas aan zijn zij. Het liefste gaat hij gewoon altijd mee. Op jonge leeftijd is een bench echter een must om te voorkomen dat het meubilair sneuvelt. Hij zal zijn eigen plekje selecteren waar hij zich op zijn gemak voelt, dat kan zomaar op de bank zijn (met een comfortabel kussentje onder zijn kop). Blaffen doet hij niet zomaar, alhoewel hij bij ongebruikelijke gebeurtenissen wel zal aanslaan.

Verzorging
De Shikoku heeft een isolerende ondervacht en een hardere bovenvacht. Per jaar gaat de ondervacht twee keer in de rui, maar die is gemakkelijk uit te borstelen. Het zal wel enige weken duren voordat alles eruit is. Eens per jaar wisselt ook langzaam de bovenvacht, maar dat levert nauwelijks overlast op. De vacht is vuil- en waterafstotend. Wassen is niet nodig; als ze vies van buiten komen dan is dat na opdrogen compleet verdwenen.

Opvoeding
Consequent gedrag van de eigenaar is essentieel bij de opvoeding van een Shikoku. Het is een slim en snel-lerend ras en weet inconsequentie derhalve snel uit te buiten. Shikoku’s zullen al heel vroeg beginnen af te tasten waar de grenzen liggen. Met een te harde hand aanpakken is niet de manier om een Shikoku op te voeden. Een betere omgang is door middel van het belonen van goed gedrag.

Sociaal gedrag tegen andere dieren en honden
Er zijn verschillende Shikoku’s die samen leven met andere honden, katten en zelfs fretten. Ze zijn ermee opgegroeid en bewijzen dat het met andere roofdieren opvallend goed samen gaat. Maar het is wel oppassen met prooidieren zoals konijnen en cavia’s. De Shikoku is, zoals eerder benoemd, een roofdier en zal een prooidier zeker herkennen.
Naar onbekende honden gedraagt de Shikoku zich dominant en kunnen ze behoorlijk uitvallen, met name wanneer de onbekende hond zich dominant opstelt. Omdat ze hun staart altijd op hun rug dragen komt dat ook extra dominant over op andere honden. Met onderdanige honden gaan ze meestal prima samen.
Wanneer de Shikoku niet is opgegroeid met katten, dan zal deze combinatie op latere leeftijd ook niet goed uitpakken. Als ze dan een kat op straat zien, zullen ze direct de drang hebben om er achter aan te gaan.

Omgang met kinderen
De omgang met kinderen gaat prima, met name als de Shikoku met kinderen opgroeit. Kinderen kunnen de eigenschap hebben om te trekken en te duwen aan een hond. Wanneer de grens bereikt is zal hij dit zeker aangeven. Om ongelukken te voorkomen dient er te allen tijde een volwassene aanwezig te zijn ter begeleiding. Uiteraard hangt er veel af van hoe de hond gesocialiseerd is.

Loslopen
Zelfs bij een goed getrainde Shikoku kan het voorkomen dat hij weg rent wanneer hij in de verte een andere hond of een wild dier of zelfs een plastic zak ziet die meegevoerd wordt door de wind. Shikoku’s zijn van origine gefokt voor de jacht en door deze jachtdrift wordt loslopen daarom afgeraden in niet afgesloten gebieden. Niet alle Shikoku’s zijn hetzelfde, maar sommigen zullen met andere dominante honden in botsing kunnen komen tijdens het loslopen.